Wij bieden systeemgerichte hulp aan kinderen en jeugdigen. Daarvoor zetten we ambulante begeleiding in. Ambulant betekent dat de begeleiding bij het kind of de jeugdige thuis plaatsvindt. Denk bijvoorbeeld aan opvoedondersteuning, het aanleren van sociale vaardigheden of het leren begrijpen van jezelf. De begeleiding wordt afgestemd op de wensen, behoeften en mogelijkheden van het kind of de jeugdige in diens systeem. Onze ambulant begeleiders zijn gespecialiseerd in het bieden van systeemgerichte ondersteuning. We blijven onderzoeken welke vorm van hulpverlening het meest passend is voor het kind of de jeugdige. Soms zoeken we daarvoor de samenwerking met andere organisaties, zoals scholen, een GGZ instelling of het voorliggend veld.

Dat we systeemgerichte hulp bieden aan kinderen en jeugdigen, betekent dat we er vanuit gaan dat een kind of  jeugdige beïnvloed wordt door diens omgeving en context en door relaties nu, relaties uit vorige generaties en relaties die nog zullen komen. Er is altijd een wisselwerking met het kind of de jeugdige en diens omgeving. De kwaliteit van die wisselwerking is bepalend voor het welbevinden van het kind of de jeugdige. Kennis, vaardigheden en inzicht over de rol van het kind of de jeugdige binnen zo’n systeem en de manier waarop dat wordt vormgegeven, staat centraal bij het systeemgericht werken.

 
 
 

Drie invalshoeken

1. Vanuit het kind/de jeugdige

Wij kijken wat de behoefte is van het kind of de jeugdige, wat die wil behalen en wat die nodig heeft. Dit wordt vormgegeven in een gesprek tussen de begeleider en het kind. Hierin wordt vooral aandacht besteed aan de wensen, behoeften en mogelijkheden die het kind of de jeugdige ervaart.

2. Vanuit ouders/verzorgers

Samen met de ouders kijken wij wat zij verwachten van de begeleiding en waar zij behoefte aan hebben. In gesprekken zonder het kind, wordt er gekeken of de hulpvraag vooral bij ouders ligt of meer bij het kind of de jeugdige. Op basis daarvan wordt ingeschat waar de verantwoordelijkheid ligt en welke inzet er nodig is.

3. Vanuit derden

Naast vanuit kinderen, jeugdigen, ouders of verzorgers, zijn er vaak hulpvragen vanuit andere betrokkenen. Denk hierbij aan andere familieleden, een behandelaar, een begeleider of school. Door samen te werken met alle betrokkenen zetten we in op het gehele systeem, waarmee we ernaar streven de kwaliteit van de wisselwerking daarbinnen te vergroten.

Factoren

Binnen het systeemgericht werken spelen verschillende factoren een rol.

Beschermende factoren

Voor de beschermende factoren staan we bewust stil bij wat er goed gaat. Daarvoor kijken we naar de krachten binnen het gezin, zoals de vaardigheden en sterke kanten. Denk hierbij aan een liefdevol gezin, het accepteren van hulp of een positief zelfbeeld. Daarnaast brengen we belangrijke personen in het netwerk in kaart die een ondersteunende rol hebben. De beschermende factoren versterken we en gebruiken we als basis om het systeem verder te helpen.

Risico factoren

Voor de risico factoren schatten we in waar extra aandacht aan geschonken moet worden in de begeleiding. Denk hierbij aan onrust binnen het gezin, overbelasting van een ouder of financiële problemen. De risicofactoren proberen we in te perken en in balans te brengen met de beschermende factoren, zodat het de ontwikkeling van het kind of de jeugdige zo min mogelijk belemmert.

Complicerende factoren

Voor de complicerende factoren onderzoeken we wat het begeleidingstraject lastiger kan maken. Denk hierbij aan ingrijpende levensgebeurtenissen bij het kind of de jeugdige, de ouder of het gezin. Dat kan gaan om recente gebeurtenissen, maar ook om gebeurtenissen in het verleden. Daarnaast kunnen klachten die voortkomen uit een psychiatrische stoornis bij één of meer van de gezinsleden meespelen. Deze factoren maken het werken aan doelen lastiger. Door rekening te houden met complicerende factoren kunnen we de begeleiding doeltreffender inzetten.

MELDCODE

Vanaf januari 2019 moeten organisaties met de verbeterde Meldcode en het afwegingskader werken. De verbeterde Meldcode is tot stand gekomen om situaties van onveiligheid beter en eerder in beeld te krijgen. De meldcode is een stappenplan waarin wordt aangegeven hoe een professional, behoort om te gaan met het signaleren en melden van Huiselijk Geweld en KinderMishandeling ter ondersteuning van zijn/haar besluit om wel/niet te melden.

De meldcode beschrijft in 5 stappen wat professionals moeten doen bij vermoedens van geweld of mishandeling:

  • Breng signalen in kaart
  • Overleg met een deskundige collega of Veilig Thuis.
  • Gesprek met betrokkenen en (indien van toepassing) het kind.
  • Wegen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. Bij twijfel altijd Veilig Thuis raadplegen.
  • Beslissen: hulp organiseren of melden bij Veilig Thuis.

Ga voor meer informatie over Veilig Thuis naar:

IK VERMOED HUISELIJK GEWELD